1990

venetie0001.jpg

Begin oktober 1990 was ik samen met Marijke op de Biënnale in Venetië. Zo’n 50 kunstenaars en aanverwanten gingen met ons mee in een bus. Dat was best spannend. Er zouden nog heel wat busreizen volgen, naar Kassel, Parijs, Düsseldorf, Hamburg, Antwerpen…  Maar deze eerste was de mooiste. Nadien zouden we ook nog drie keer met zo’n bus vol kunstenaars naar Venetië vertrekken – in 1993, 1995, en in 2001 – en telkens overnachtten we in Lido di Jesolo. We sliepen daar in een hotel aan het strand. Van daaruit voeren we elke dag met de veerpont vanaf Punta Sabbioni naar de stad.

Dat zou een traditie worden. In het hotel werd ook gedineerd en ’s avonds zat het hele gezelschap vaak tot laat in de avond op het terras. Je kon er nog een strandwandeling maken of in het donker een duik nemen in de zee nemen. Lido di Jesolo was eigenlijk nog mooier dan Venetië. Hier hoefde je niets te gaan zien. Je hoefde alleen maar jezelf te zijn. In 2009 zijn Marijke en ik er samen nog eens teruggekeerd, maar dan zonder al die kunstenaars (zie mijn blog Ik  hou van Lido di Jesolo). Komend najaar zal ik met een groepje vrienden opnieuw naar Venetië afreizen om de Biënnale te gaan zien. Ik verheug me daar nu al op, ook al zal het vreemd zijn die eerste keer zonder Marijke. We overnachten dan gewoon weer in Lido di Jesolo. Same as it ever was.

Op de foto uit 1990 sta ik in het doel van Willem Delvoye, een Belgisch kunstenaar met van die typisch Belgische ironie. ‘Brood en spelen’ heette het. Religie vermengd met sport in een uiterst kwetsbare installatie. Ik vond het wel een symbolisch tafereel. Mijn katholieke jeugd achter de rug als een doel met glas in lood. Prijsschieten dus. Dat overhemd heb ik nog lang gedragen. Het paste wel bij die tijd. In 1990 leek het in wereld voor de wind te gaan. Bush senior zou een paar maanden later Irak binnenvallen op weg naar een nieuwe wereldorde. Volgens Fukuyama was de geschiedenis voorbij nu de muur was gevallen. Sinead O. Connor had haar doorbraak met Nothing compares to you. Heel mooi, dat denk ik nu ook vaak. Toch vond ik van haar The emperors new clothes zo mogelijk nog mooier. ‘I will sleep with a clear conscience. I will sleep in peace….

Zo is dat. Volledige autonomie. Waarom schrijf ik elke dag over toen en toen en toen…? Is er geen toekomst meer? Hoe mooi is het niet om met je gekoesterd heimwee te pronken als de nieuwe kleren van de keizer? Fuck off met met dat sentimentele geneuzel in nostalgie! Het verleden kan mijn rug op! This is my life!  Sinead O. Connor was een katholieke rebel uit Dublin. ‘De paus kan de pot op,’ zei ze. Ze verscheurde zijn portret live op tv. Later citeerde ze zelfs Augustinus: ‘Woede is de eerste stap naar moed.’ Dat zijn woorden om te onthouden, dacht ik. Gooi nooit iets weg, wat je ooit nog van pas kan komen. Een Roomse jeugd is een goudmijn. Als je het ooit bent geweest heb je alles gehad, maar verlang er niet naar terug. Dan kun je nog beter… Ach, forget it. Sinead O. Connor had iets magisch en bezwerends. Soms deed ze me aan Marijke denken die vroeger ook danste met die tranceachtige, bijna spastische bewegingen.

 

Reageren is niet mogelijk.