De super-Fries bestaat !
Friezen zijn geen beelddenkers, dat heb ik altijd al beweerd. Friezen vatten beweringen vaak letterlijk op, waar ze figuurlijk zijn bedoeld. Ze denken bij voorkeur wettisch en formalistisch en hebben doorgaans een afkeer van symbolen en metaforen. In mijn boek De Fries die in de toekomst sprong heb ik die wonderlijke trek in de Friese volksaard in verband gebracht met het calvinisme. Zelf heb ik en katholieke achtergrond, maar ik heb ook Fries bloed in de aderen. Je zou kunnen zeggen dat ik en atypische Fries ben, zoals er natuurlijk wel meer rondlopen in Friesland, want een typische Fries bestaat niet. Tenminste, een typische Fries zie je zelden. Friezen zijn meestal een beetje Fries.
Maar stel dat de typische Fries wèl bestaat. Dat zou dan een de super-Fries zijn die alle eigenschappen van de typische Fries in zich verenigd heeft. Het zou me niet verbazen als die super-Fries een split-brain patiënt zou zijn. Dat wil zeggen: iemand bij wie de verbinding tussen de linker- en rechter hersenhelft volledig ontbreekt. Wat zou er gebeuren als zo’n super-Fries met twee gescheiden hersenhelften mijn boek De Fries die in de toekomst sprong zou lezen? Hij zou op zijn zachtst gezegd niet weten waar het boek over gaat.
Wonderlijk genoeg is dit laatste mij van de week overkomen. Ik kreeg ik een lange mail van een lezer die mijn boek had gelezen en beweerde dat hij er helemaal niets van begrepen had. Het vreemde was dat hij ook niet begreep dat hij het niet begrepen had. Ik maakte de fout dat ik met hem in discussie ging. Ik probeerde stap voor stap alsnog uit te leggen waar mijn boek over gaat. Maar dat maakte het alleen maar erger. Deze verontwaardigde lezer begon allerlei argumenten te herhalen die hij al eerder had aangevoerd en die kant noch wal raakten. Ook verweet hij mij dat ik in mijn boek dingen beweerd had, die ik in feite helemaal niet beweerd heb. Of er erger nog, hij verweet mij dat ik dingen achterwege had gelaten die gewoon in mijn boek te lezen staan. Ik begreep er helemaal niets van en probeerde andermaal uit te leggen waar mijn boek over gaat. Maar het mocht niet baten. We kregen zelfs ruzie en daarmee was het einde verhaal.
Gisteren heb ik alle mailtjes nog eens doorgelezen die we in de afgelopen week gewisseld hebben. Wat was er misgegaan? Was ik soms te eigenwijs geweest? Stond ik niet open voor terechte kritiek? Maar hoe kritisch ik mijn eigen reacties ook tegen het licht hield, nergens kon ik iets vinden wat daarop wees. Er was maar één conclusie mogelijk: deze verontwaardigde lezer was de super-Fries met een gespleten brein. Hij is een zeldzaam fenomeen, maar hij bestaat! Hij zal mijn boek nooit begrijpen om de simpele reden dat dit niet in zijn vermogen ligt. Zijn gespleten brein kan niet in beelden denken, alleen maar in strakke lijnen. Hij is een man van de feiten, niet van de verbanden. Hij is een man van de tijd, niet van de ruimte. En het ergste is: tijd en ruimte weet hij niet met elkaar te verbinden, net zo min als feiten en verbanden. Zo is hij ziende blind zonder zich daarvan bewust te zijn.
Toch ben ik blij hem ontmoet te hebben. Deze super-Fries bewijst dat mijn boek wel degelijk ergens over gaat. I wish I knew you before…