Het einde van de Apocalypse voorbij

06

Amsterdam, januari 1972

Iets waarover we evenzeer moeten nadenken is de behoefte aan religie die in deze situatie opduikt. Een aanwijzing daarvoor zijn de eschatologische leenwoorden in het dreunende mediadiscours. Om de fenomenen te omschrijven grijpt men vooral in ed Amerikaanse media obsessief terug naar het woord Apocalyps. En spreekt men vaak expliciet over het einde van de wereld.  

Dat schrijft Giorgio Agamben in zijn pamflet Epidemie als politiek, De uitzonderingstoestand als het nieuwe normaal (2021). Volgens Agamben heeft de medische religie  zonder enig voorbehoud de eschatologische houding, die het christendom had laten vallen, overgenomen n deze tijden van corona. Al eerder had het kapitalisme het idee van het einde der tijden afgewezen. Het theologisch verlossingsparadigma verdween daardoor als sneeuw voor deze zon. Maar de Apocalyps kruipt waar hij niet gaan kan, zoals ook de religie.

Wie gedesoriënteerd of ontworteld raakt, wie zijn toekomst verliest of zijn geloof, is niet direct geneigd om de toevalligheid te erkennen die de werkelijkheid in al zijn registers doordringt. Men gaat dan op zoek naar een wetmatigheid die houvast kan  bieden en die het bedreigende ‘toeval van de werkelijkheid’ kan elimineren. Als die gezochte wetmatigheid of consistentie niet direct voorhanden is, zou in de patstelling die dan voor de geest dreigt te ontstaan ook de illusie van een alomvattende almacht uitkomst kunnen opdoemen. Maar voor die staat van almacht moet men dan wel zijn toevlucht nemen tot het rijk van de fictie. En wie zijn eigen fictie voor de ander niet als werkelijkheid kan bewijzen, zal er uiteindelijk naar streven om de hele wereld onder controle te krijgen. Eenmaal op het pad van de waan komt men letterlijk van kwaad tot erger. De waan staat uiteindelijk voor de keuze tussen alles of niets, en met de keuze voor het alles is de waan totalitair te noemen. 

Maar er is ook een keerzijde. De psychotische waan is wellicht nog de enige afgrond van het bestaan, waarin God nog daadwerkelijk ervaren kan worden. In zijn boek Over psychose, seksualiteit en religie, het debat tussen Freud en Jung (1992) stelt Patrick Vandermeersch de cruciale vraag waar het in deze kwestie om draait: ‘Wat is de kern van de psychotische waan en wat is de wijze waarop een psychoticus aan zijn waansysteem is gehecht en die waarop wij de realiteit om ons heen tot “werkelijk” verklaren?’ Bestaan er soms verschillende typen van ‘geloof hechten aan de werkelijkheid’? Of anders geformuleerd: wat is het ‘werkelijke’ van de werkelijkheid en het waankarakter van het geloof?  De beleving van de psychoticus herinnert ons aan het vaak miskende feit, dat niet de waarneming het vermogen is, waardoor we de waan van de werkelijkheid kunnen onderscheiden, maar de zogeheten ‘libidineuze bezetting’ van de werkelijkheid.

Volgens Freud bestaat het kernproces van de psychose hierin dat die libidineuze bezetting wordt opgeheven en dat de libido als gevolg hiervan neerslaat in het ik. Kennelijk zitten wij met een soort van ‘zuignapjes van de lust’ vastgeklonken aan de voorstellingen die wij ‘werkelijkheid’ noemen. Volgens Jacques Lacan (1901-1981) bemiddelt de taal in het vasthechten van die zuignapjes. Ook de symbolische structuur van het onbewuste is volgens Lacan gestructureerd als een taal. Als de zuignapjes plotseling allemaal tegelijk losschieten, dan gaat er iets grondig mis. Dan schiet je in een psychose. De taal gaat dan met zichzelf aan de haal in een waanwereld van schijngestalten. In de psychose stort het symbolische kaartenhuis van de taal in elkaar.

Die crash is des te heviger als ook het arsenaal van religieuze symbolen, dat in het onbewuste aanwezig is, opeens geen ondersteuning meer vindt in de werkelijkheid, omdat de religie sociaal gezien in een crash is beland. De symbolische substituten van de religie kunnen dan terugkeren in de waan, dat wil zeggen: in een wereld van drogbeelden die begrepen moet worden als een poging tot reconstructie van de wereld die door terugtrekking van de libido verloren is gegaan.

In dat schimmenrijk van de geest verschijnen de spookgestalten van de religie dan in een nieuwe gedaante. De moeder, de vader, de maagd, de Verlosser, de incestueuze relatie tussen Moeder en Zoon. Kortom: de incest. Het katholicisme biedt een hele santenkraam aan oersymbolen om een mislukt individuatieproces om te smeden tot een nieuwe, heel persoonlijke mythologie. Mijn revolte in de jaren zestig was gericht tegen het onstuitbare proces van secularisering dat veel te snel om zich heen greep, zeker in de omgeving waarin ik mij bevond. Ik raakte op drift en begon van de ene op de ander dag profetische taal uit te slaan.

Het christendom heeft zijn intrinsieke verhouding met het messianisme volledig losgelaten. De tijd als een voortdurend moment van ophanden zijnde onthulling en verlossing bestaat niet meer. Daarmee is de Apocalyps alleen nog maar letterlijk ‘een einde der tjjden’ geworden. Dat wil zeggen: een voortdurende dreiging van en fatale afloop die telkens weer geactualiseerd  wordt, nu eens door een terroristische aanslag, dan weer door een pandemie, en weldra door catastrofale milieuramp die het einde van al het leven op aarde inluidt.

Het medisch materialisme van onze tijd heeft de ziel dood verklaard. We hebben geen ziel meer, alleen nog een brein. ‘Medisch materialisme’, zo stelde William James, ‘rekent met Paulus af door zijn visioen op weg naar Damascus een ontlading te noemen van een verwonding van de achterhoofdhersenschors.’ Maar de diepe gebieden van ons brein zijn in miljoenen jaren niet veranderd. Visioenen verdwijnen niet zomaar. ‘Waar het visioen sterft, verwildert het volk,’ staat te lezen in het Boek der Spreuken (29:18). Visioenen dienen zich nog altijd aan, ook al spreken we niet meer van een ‘ziel’. In de ziektegeschiedenissen van adolescenten, die op de drempel van de volwassenheid zijn gestrand in de maalstroom van hun gedachten, liggen de nieuwe testamenten van onze tijd, de nieuwe goddelijke openbaringen, de Apocalyps, de voorspellingen over het einde der tijden. Het einde van de ziel voorbij.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)