De ratio die ons de tijd ontneemt

Ecokathedraal Mildam, 9 februari j.l. 10.uur

Wie was Louis G. Le Roy? Was hij een stedenbouwkundige, een landschapskunstenaar een cultuurfilosoof een ecologische goeroe of nog altijd ‘de wilde tuinman’ zoals hij in de jaren zeventig bekend werd?’  Zelf noemde hij zich het liefst ‘bouwmeester’. Le Roy was een van de eersten die reageerde op het opkomend ecologisch bewustzijn, dat zich begin jaren zestig in Europa manifesteerde als reactie op de snelle ontwikkeling van industrie en technologie en de kaalslag van de naoorlogse stedenbouw. In die jaren verwierf hij bekendheid met zijn ecologisch project aan de Kennedylaan in Heerenveen en later zijn Ecokathedraal, in Mildam. In de jaren zeventig kregen zijn nieuwe ideeën snel internationale erkenning. Er volgden opdrachten in Leeuwarden, Groningen, Brussel en Parijs en op tal van ander plekken in Nederland en Europa.

De vraag wat een mens binnen een mensenleven kan doen heeft Le Roy niet in een gedachte-experiment willen beantwoorden, maar letterlijk als adagium opgevat. Zijn werk is ontstaan, omdat hij deep down wist dat hij van niemand echt de tijd zou krijgen. Niet voor niets werd hij door de bewoners van de Kennedylaan in Heerenveen destijds ‘de Billy Graham van het onkruid’ genoemd. Jeder Konsequenz führt zum Teufel, zei Luther al. Voor Le Roy, die in 1924 op Hervormingsdag ter wereld kwam,  hebben deze woorden niet onbekend in de oren geklonken. Maar juist in die hang naar uiterste consequentie school ook zijn unieke kracht. Hij was geen kamergeleerde, maar een man van de daad. En waar veel hervormers vroeg of laat afhaken of water bij de wijn doen, wilde Le Roy altijd de zuiverheid van zijn principe trouw blijven.

Le Roy kwam met het imperatief dat ieder mens zijn creatieve inbreng moet kunnen krijgen in de vormgeving van de stedelijke leefomgeving. Bovendien diende  in zijn optiek één procent van het stedelijk oppervlak gereserveerd te worden voor zijn symbiotische projecten waarbij de ruimte teruggeven kon worden aan processen in de tijd. Daarmee raakte hij de achilleshiel van het maatschappelijk systeem, want de tijd zal door de macht van de overheid nooit uit handen worden gegeven. Alleen al om die reden is het hoogste uitzonderlijk dat de Gemeente Heerenveen in 2005 een honderd jarig contract met de Stichting Tijd heeft afgesloten, waarin de intentie werd uitgesproken om het gemeenschapsproject in de Kennedylaan zich een eeuw lang te laten voort ontwikkelen in de tijd.

Le Roy zag als een van de eersten die  het spookbeeld van een moderne dode stad opdoemen, waarin de tijd is uitgeschakeld en waarin de participatie van de bewoners niet gewenst of zelfs verboden is. Begin jaren zeventig uitte hij vlijmscherpe kritiek de toen pas gereed gekomen Parijse buitenwijken. Het idee van ‘de uitgeschakelde mens’ werd door Le Roy ingezet bij een frontale aanval op een modernistisch, stedenbouwkundig concept, dat ook in Nederland zijn varianten heeft gekend. Sindsdien heeft de kunst van Le Roy zich gericht op de ontwikkeling van ecologische processen in ruimte en tijd, waarbij de mens als katalysator een centrale rol speelt. De kunst van Le Roy heeft  het vermogen om telkens weer in een andere context een nieuwe waardering te vinden. Zo heeft het beeld van de Le Roy  zich in de afgelopen decennia ontwikkeld van de ‘wilde tuinman’ met anarchistische opvattingen, tot een sociaal bewogen en gedreven kunstenaar met een scherpe en vooruitziende blik als het gaat om het belang van de ecologie en menselijke creativiteit.

De huidige opvattingen over planologie en stedenbouw, waarbij de tijdafhankelijke ontwerpprocessen en het collectieve geheugen van de plek een centrale plaats hebben gekregen, heeft het gedachtegoed van Le Roy in een ander licht geplaatst. De  totstandkoming van de kwaliteit van de ruimte wordt tegenwoordig gezien als een culturele opgave, dat wil zeggen: als een complex dynamisch systeem dat in feite een creatief proces in de tijd is.  Niet alleen vanuit die planologische optiek bezien is Le Roy een visionair kunstenaar die zijn tijd ver vooruit was, maar ook in het kader van de nieuwe opvattingen over creativiteit en economie kan hij als een opmerkelijk pionier worden beschouwd. Lang voordat Richard Florida zijn ideeën ontvouwde over de ‘creatieve industrie’ zag Le Roy dat de creativiteit van geen enkel mens mag worden buitengesloten.

De ruimte is van ons allemaal en de creativiteit van de mens is een oneindig potentieel in de tijd, dat hebben de kathedralen van de Middeleeuwen ons geleerd.  Vooruitlopend op nieuwe ontwikkelingen in het denken over planologie, economie en creativiteit heeft Le Roy een heel eigen visie ontwikkeld. Bovendien heeft hij die visie tot op de dag van vandaag met eigen handen in praktijk gebracht. De kunst van Le Roy schept vanaf microniveau ruimte voor de natuur in de tijd waarbij de creativiteit van de mens een unieke katalysator wordt. Landschapsarchitectuur, planologie en stedenbouw zijn in zijn optiek een voortdurend proces in de tijd geworden. De vormgeving van de directe leefomgeving werd een interactief gebeuren waar iedereen aan deel kan nemen.

Het verdwijnen van de tijd als een open horizon is misschien wel het grootste probleem van onze tijd. Het tijdrovende maakproces dat ooit aan de basis lag van de kunst wordt steeds meer een zaak van tijdvernietigende machines, waarbij de mens bijna letterlijk wordt geëxcommuniceerd. Het bijzondere van de Ecokathedraal in Mildam zit dan ook niet in zijn merkwaardige biotoop, de uitzonderlijke plantensoorten, de rijkdom en complexiteit van het ecologisch systeem, de uitzonderlijkheid van de bouwconstructies of de grilligheid van de seizoenswisselingen en de veranderingen van het licht, laat staan in de therapeutische waarde die het als werkplek heeft, of het meditatief potentieel die het dwalende bezoekers kan bieden. Het uitzonderlijke van de Ecokathedraal zit in de opdracht die erin besloten ligt. Le Roy begreep dat de oplossing niet lag in het denken, maar in het doen. De beste kritiek op een dodelijk systeem is niet in woorden te vatten. Die kritiek valt alleen effectief te uiten door voortdurend aan de verbetering van de toestanden te werken.

Die arbeid heeft Le Roy verricht, decennialang en onvermoeibaar en zonder een spoor van fatalisme, laat staan van wanhoop. Integendeel, Le Roy was de filosoof van de hoop. ‘De wereld bezit reeds lang de droom van een tijd, waarvan zij nog slechts het bewustzijn behoeft te bezitten om hem werkelijk te leven,’ schreef Guy Debord. Le Roy heeft die droom waar gemaakt. Het is een droom van een stad die bestaat uit de creatieve potenties van al haar bewoners. De droom – zoals hij het zelf verwoordde – van een ‘cultuur die evenals de religieuze culturen in het verleden, met behulp van de komende generaties volledig zal kunnen worden uitgebouwd’. In die zin bevatten niet alleen zijn gedachten, maar vooral ook zijn daden een opdracht die nog lange tijd mee kan.

De ware betekenis van zijn oeuvre ligt niet in zijn historische waarde, maar in zijn explosieve lading die telkens weer om een andere aandacht vraagt in de actualiteit. De Ecokathedraal is geen afgesloten levenswerkelijkheid, maar een vitaal model voor het leven zelf, dat door structuren van macht en economie steeds meer in de verdrukking komt. De nieuwste context van Le Roy ligt dan ook eerder op de barricaden van de antiglobalisten dan in het museum of de in kunstgeschiedenis. De zich telkens weer vernieuwende kracht van de Ecokathedraal is een fundamenteel en aanhoudend verzet tegen de tijdgeest, en niet een weerspiegeling daarvan.

Le Roy wilde de ratio loslaten die ons de tijd ontneemt. Hij wilde een sprong maken naar een andere orde, naar een wereld met een open horizon, zoals een kind speelt en alle tijd van de wereld heeft. Maar de tijd van het spel is nog lang niet aangebroken. De wind beweegt. Het stormt. We zullen het huis in stand moeten houden.

Zie ook: hier

Reageren is niet mogelijk.