Wel zo rustig

Slide1

Afgelopen donderdag werd ik benaderd door de redactie van het radioprogramma De Taalstaat op NPO 1. Ze vroegen of ik zaterdag (gisteren dus) in de uitzending wilde komen naar aanleiding van mijn stuk over Rembrandt in de Volkskrant van dinsdag j.l.. Ze vonden het uit taalkundig oogpunt ‘het betoog van de week’. Ik zou een paar passages moeten voorlezen en dan zou Frits Spits, want hij is de presentator, die gaan bespreken op taalgebruik. Maar het feestje ging niet door. Vrijdag werd ik weer gebeld. Mijn item was geschrapt omdat ze zendtijd moesten inleveren ‘vanwege flitsen van het schaatsgebeuren’. Dom foutje, dacht ik, want dat moet je toch van tevoren zien aankomen.

Niet dat ik er rouwig om was. Wel zo rustig. Zelf luister ik haast nooit naar de radio, alleen onder het koken. Maar het is wel de zoveelste keer dat zoiets me overkomt. Uitgenodigd worden door de media en vervolgens zeggen ze je met droge ogen weer keurig af. Het meest sneue dat me ooit overkomen is was in februari van het jaar 2000. Toen werd ik door Hanneke Groenteman uitgenodigd om aan te schuiven in haar veel bekeken tv-programma De Plantage. Aanleiding was een protestactie die ik had georganiseerd tegen de bezuinigingen op het Museum ’t Coopmanshûs. Daarmee had ik die week het NOS-journaal gehaald. Maar op het laatste moment werd mijn optreden afgezegd. De redactie had de voorkeur gegeven aan Wim van Krimpen, die net diezelfde zondag een referendum onder de Friese bevolking had georganiseerd over de vraag of hij mocht aanblijven als directeur van het Fries Museum.

De volgende dag ben ik toen ik samen met Wim naar Utrecht gereden, waar we uitgenodigd waren voor het programma Spijkers met Koppen. Dat werd niet afgezegd. Overigens heb ik met dat programma Spijkers met Koppen ook niet zo’n beste ervaringen. De laatste keer dat ik daar mocht optreden, in oktober 2011, was mijn item – een debat met Anet Bleich over haar boek over de babyboomers – als allerlaatste gepland, zodat er nog maar twee minuten zendtijd over was. (zie hier) Daarvoor kom je dan helemaal naar Utrecht!

Nee, van de media moet je het meestal niet hebben. Het is me zelfs een keer overkomen dat ik de jas al aan had om naar de studio van Omrop Fryslân te gaan, toen ik gebeld werd dat het niet meer nodig was. Rimmer Mulder, destijds hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant, met wie ik in debat zou gaan in het programma Hjoed, had op de valreep leten weten dat hij niet met mij aan één tafel wilde zitten. Dat doet me denken aan Sjoerd de Vries die ooit eens weg liep bij een tentoonstelling in het HCL die ik zou gaan openen, luid roepend ‘dat de dokter het hem verboden had om naar Huub Mous te luisteren’. Zou Sjoerd volgende week vrijdag erbij zijn als ik de tentoonstelling van Silvia Steiger mag openen in Museum Belvédère? Ik vrees van niet. Maar dat scheelt hem wel een gratis borrel natuurlijk. Hoewel, ik weet niet wat zijn dokter daarvan zegt.

Van de week werd ik ook gebeld door Jan van Friesland. De voormalig hoofdredacteur van Omrop Fryslân. Hij runt tegenwoordig Podium TV, een tv-omroep die dagelijks uitzendt en in heel Noord-Nederland te ontvangen is. Hij zou me volgende week graag een kwartier lang willen interviewen over mijn oproep tot boycot van Lwd 2018. Maar het is nog niet zeker. Morgen hoor ik meer. Het kan ook zijn dat er nog een hotemetoot tussen komt die plotseling in het nieuws zit. Jannewietske de Vries bijvoorbeeld, over haar voorjaarsvakantie met Henk. Of Lutz Jacobi die als enige van de PvdA aan het flyeren is voor de komende verkiezingen. Dus dat zal wel weer op niks uitlopen. Media, praat me er niet van.

Overigens is de storm van reacties in de sociale media naar aanleiding van mijn stuk over Rembrandt inmiddels weer wat geluwd. Alle kikkers zitten weer in de sloot. Op naar de volgende ronde. Hoezo, wel zo rustig? Rust roest!

1 Reactie »

  1. Jelle Breuker

    1 maart 2015 op 13:37

    Andere rust

    – Dit is mijn woning. Tussen het rumoer van de mensen en van de gebeurtenissen is afzondering mijn bescherming. Nu is zij mijn vriendin. Hoe kan men zich anders tevredenstellen als je de Geschiedenis hebt ontmoet? Trouwens, dit deel van de Champagne is doortrokken van rust: wijde, verweerde en trieste horizonnen; bossen, weiden, cultuurgrond en braakliggende melancholie; zeer bewerkte en berustende bergen ; stille, weinig welvarende dorpen waar in duizenden jaren de ziel niet, noch het plein is veranderd. Derhalve de mijne-.

    Dit zijn de beginregels van ‘Mémoires de Guerre’ (Oorlogsherinneringen) van Charles de Gaulle, het eerste deel verscheen in 1954. Ze staan op een slank, kelkvormig bordje aan het toegangshek van zijn woning te Colombey-les-deux-Eglises. De woning is te bezichtigen en uiteraard het Mémorial de Gaulle, het onlangs geopende informatiecentrum over zijn leven, met ook veel beeld en geluid.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)