Iepen mienskip? Mijn rug op!

Slide1dddddddd

‘The term Mienskip is derived from times when the struggle against water led people to join forces, sharing talents with the goal of building terps and dykes for the common good. Mienskip has brought a heritage of new land that typifies the northerly and western regions of the Netherlands and has made our country a world renowned authority on land and water management. With our bid for European Capital of Culture, we aim to re-invent this old Frisian spirit of shared community feeling. We redefine it and embrace an open Mienskip: an outward-looking, 21st century version of Frisian community feeling.‘

Aldus het Bidbook van Lwd 2018. Wie het ook bedacht heeft om het begrip mienskip of iepen mienskip als thema van Lwd 2018 te bestempelen, één ding is zeker, hij of zij is zich niet bewust van de beladen betekenis die dit woord voor Friesland en de Friese geschiedenis. Maar wie weet tegenwoordig nog wat mienskip betekent? Of anders gezegd ‘gemeenschap’ in goed Nederlands. Als je dit woord ‘gemeenschap’ intikt op Google komen als eerste hele andere woorden op het scherm tevoorschijn. ‘Gemeenschap, dubbele punt: neuken; tussen haakjes : coïtus, copuleren, gemeenschap’. Met dat betekenisveld, dat meer betrekking heeft op de vleselijke gemeenschap –  en  dan liefst ook nog vleeschelijk met ‘sch’.

Het vlees is niet eigen aan de Fries. ‘Friezen hawwe leaver de bonken as it fleis’ luidt een oud Fries gezegde. De bonken horen bij vroeger en it fleis hoort bij de moderne tijd. Friezen hebben van oudsher een afkeer voor alles wat modern is. De provincie zou haar inwoners moeten stimuleren zich te ontwikkelen. Maar in plaats daarvan willen ze het Frysk eigene bewaren en met name de Friese taal. In plaats van de wond te genezen, wordt de ziekte waaruit de wond voortkomt, categorisch ontkend. Dat is wat je zou kunnen noemen de hedendaagse angst voor de moderniteit die zich vertaalt in een overspannen omgang met de onafwendbare teloorgang van de eigen taal. In de strijd om het behoud van de eigen taal overleeft het beladen begrip mienskip. Maar kan dat nog wel, mienskip? Nee, maar daar hebben we het volgende op gevonden. We hebben nu een iepen mienskip. Dat is wat je noemt een oxymoron. Zoiets als ‘brandend water’.

Een oxymoron is volgens Wikipedia ‘een speciaal geval van de paradox. Een paradox bevat een schijnbare tegenspraak die bij nadere beschouwing blijkt te kloppen; bij een oxymoron blijft de spanning van het betekenisverschil echter in stand. Een oxymoron wordt vaak bewust aangewend voor retorische, poëtische of andere esthetische doeleinden. Dat is een verschil met de contradictio in terminis: ook dat is een tegenspraak, maar dan een waarbij de spreker zichzelf aantoonbaar tegenspreekt en dus een ondeugdelijk argument hanteert.’ Nee, bij een oxymoron is van geen daadwerkelijke tegenspraak sprake. Er is sprake van een fictieve tegenspraak, een fictie, een verhaal. Iepen mienskip is een verhaal. In het Bidbook Lwd 2018 staat het als volgt verwoord:

‘Open Mienskip tells a story that is rooted in the past but embraces the future. It will be Lwd 2018’s contribution to Europe’s community thinking, a reflection on how humanity can move forward in a sustainable way.’

Bent u er nog? Dit zijn praatjes voor de vaak, maar je wordt met dit soort praatjes wel de Culturele Hoofdstad van Europa. Zo gaat dat tegenwoordig in Europa. ‘Ach Europa!‘, verzuchtte ooit Hans Magnus Enzensberger. Wat mienskip werkelijk betekent verdwijnt hiermee volledig onder het tapijt. In Friesland, waar de betekenis van het begrip mienskip vanouds beladen was met trouw aan de taal en de traditie van het volk, waartoe men behoorde, ontstond ooit de gedachte dat de vertraging van de tijd, die eigen is aan het Fries eigene, een kritiek inhield op de moderniteit.

Kort na de oorlog baseerde de Fryske mienskip zich op een  gevoel van saamhorigheid, dat alle zuilen en gezindten oversteeg. In een regio waar het calvinisme diep in de genen was ingedaald, konden socialisme en religiositeit elkaar van oudsher goed vinden. Het besef van een eigen Friese identiteit, die ook in de moderne kunst tot uiting kwam, was in die eerste naoorlogse jaren verbonden met een denken in termen van gemeenschap, van de collectieve verbondenheid van individu en volk – ‘fan keunstner en mienskip’.

Het was voor de kunstenaar zaak om voeling te houden met de eigen culturele traditie. In versnelde mate deed zich een verschuiving voor van een sterk agrarisch gerichte, premoderne samenleving naar de eerste contouren van een moderne consumptiemaatschappij, zeker in de stad. Als gevolg daarvan nam de wrijving toe tussen de traditionele Friese agrarische cultuur en een groeiende stadscultuur. Die naderende botsing kreeg in de jaren zestig en zeventig in Friesland de trekken van een clash tussen een, als benauwd gevoeld, keurslijf van traditie en een, als te woelig ervaren, draaikolk van sociale vernieuwingen. Anders gezegd: tussen ideële kunst van de mienskip en ontzielde uitingen van het moderne individu. Na de vernieuwingen, die deze roerige jaren in de kunst hebben teweeg gebracht, laat de ziel van de mienskip zich niet meer zo makkelijk uitdrukken in een verheven kunstwerk. De verbinding tussen de kunst en de idealen van de Friese Beweging werden in de jaren zestig definitief verbroken.

Maar is dat wel zo, vraag ik me af. Beleven we niet opnieuw een tijd van restauratie en herstel? Is de hedendaags verlangen naar mienskip niet opnieuw te duiden als een angst voor de moderniteit? Is de band tussen kunst en Friese beweging ooit voorgoed verbroken? Of wordt die band telkens weer aangehaald op een andere wijze?  ‘Wat stelt die Friese beweging nu eigenlijk nog voor?’ vroeg iemand mij laatst. Als het nog tien of twintig mensen zijn, dan is het veel. Inderdaad, maar die zitten wel op de vitale posten van de politieke macht en de media. Het repressieve krachtenveld wordt misschien niet eens door deze machtscentra zelf bepaald, maar door de zwijgende Friese – en vooral niet-Friese of zelfs anti-Friese – meerderheid. Vanzelfsprekende participatie, dat is het mechanisme waar het tegenwoordige ‘mienskip-denken’ in Friesland op drijft. In Friesland wordt de ‘mythe van de mienskip in stand gehouden, omdat iedereen er op een bepaalde manier baat bij heeft.

Friezen zijn maar al te vaak bereid om exact aan het beeld te voldoen dat de rest van Nederland zich van hen heeft gevormd zeker als dat de bevordering van het toerisme ten goede komt. Lwd 2018 biedt ons de mogelijkheid om te mijmeren over de mienskip. Dat begrip mienskip wordt nu opnieuw gedefinieerd in tijden van globalisering, maar het politiek correcte vocabulaire, waarin het woord ‘mienskip’ nu schuil gaat, is in wezen niet zo veel anders, dan in het ‘mienskip-denken’ dat in Friesland altijd al de boventoon voerde. Het thema iepen mienskip in Lwd 2018 moet ons op nieuw gedachten brengen over wat mienskip daadwerkelijk betekent in de het Europa van vandaag. Zo lees ik in het Bidbook:

‘Our local culture of Mienskip seeks to engage with ongoing developments in present-day Europe: a renewed interest in a sense of belonging in a community, a new wave of citizens’ initiatives and bottom-up thinking, powered by the vital energy of old and newly formed communities.’

Een hernieuwde belangstelling voor ‘a sense of belonging‘. Dat staat er. Dat staat ons dus te wachten. We moeten ons op een nieuwe manier ’thuis voelen’ in Friesland en tegelijkertijd ons ’thuis voelen’ in Europa. Dat is de oxymoron, de bijzondere vorm van de paradox. Het onverzoenbare wordt verzoend, dwars tegen de wind in. Tegen het populisme. Tegen de anti-Europeanen. Wij Friezen, hebben het ultieme recept gevonden. Het kan gewoon allebei! Wilders kan de pot op! Kom naar Leeuwarden in 2018! Maar is dat alles? Ik denk niet dat Geert niet onder de indruk zal zijn. Hij zal zeggen: ‘Iepen mienskip? mijn rug op! ‘

Hoe oprecht en onbevangen is de plotselinge belangstelling van de Friezen voor alles wat anders is, vreemd of exotisch (anders gezegd: voor alles wat de Fryske mienskip bedreigt), als we tegelijk worden aangespoord om de eigen gewoontes toch vooral te blijven koesteren. Het thema iepen mienskip van Lwd 2018 is niet alleen oubollig, maar ook hypocriet. Het gaat niet om het bevorderen van een nieuw kosmopolitisch bewustzijn, maar om de herbevestiging van het Fries eigene in een politiek correct cultuurfestijn dat zijn ziel heeft verkocht aan toerisme, economie en de promotie van de regio.

Door Lwd 2018 zijn kunst en cultuur in Friesland definitief verworden tot een glijmiddel voor mienskip en marketing. Cultuur is een soort porno geworden, een wondermiddel waarmee je hoe dan ook scoort. Kunstenaars uit de eigen regio mogen blij zijn als er voor hen nog wat kruimels overblijven in de ratrace om Europese aandacht. De vette kluif gaat ondertussen naar de grote namen van elders. En dat niet alleen, Friesland is in handen gevallen van de marketeers. We hebben onze ziel verkocht aan de praatjesmakers, aan de krullenbollen uit de Randstad die door de burgemeester van Leeuwarden op slinkse wijze naar binnen worden geloodst. (Zit die man er nog? Rot toch op! zou Aboutaleb zeggen) Friesland let op uw zaak! We worden belazerd waar we bij staan. Iepen mienskip, mijn rug op!

9 Reacties »

  1. joke ket

    10 februari 2015 op 09:44

    Volkomen terecht.

  2. Kongsi

    10 februari 2015 op 10:32

    De kongsi, die zich hier in “de mienskip” genesteld heeft, is nog steeds niet geïntegreerd. Het verdriet van Friesland.

  3. Martin Bakker

    10 februari 2015 op 10:49

    Helemaal mee eens. Iepen mienskip, mien reet

  4. J. Bakker

    10 februari 2015 op 11:37

    Ooit schreef de dichter Eeltsje Hettinga over dat begrip Mienskip en waar dat weg kwam een goed stuk in het Fries in de LC. Het hele begrip stinkt, daar kwam het op neer. Sluw jatwerk uit duistere tijden. Boycot die onzin, dat bobo-feestje, wat *ons* uiteindelijk scheppen geld gaat kosten.

  5. Gea

    10 februari 2015 op 13:28

    Chapeau !

  6. Syts64

    15 februari 2015 op 11:30

    de mienskip sa als Lwouwert dat mei foarren bracht in Den Haag wie in grutte flop, 6 bussen fol minsten ut ien wyk der gjim frezen maar wenje en sa’t sein is de grutte namen fan buten Fryslân moet it dwan mei unsinnige projecten wer wy noch jierren won fest sitte

  7. K.v.d.Wal

    20 februari 2015 op 18:38

    Foar mannig minsken moat,at se in’t Frysk skiuwe,de “autocorrectie”utskeakele wurde.Oars binne der in soat fouten.En dât is spittig.Ik wol net sizze dât ik goed Frysk skriuw,mar ik besykje it wol.
    Ik haw al maning fouten sjoen die aorsaak binne fan deselde “autocorrectie”.Dus minsken,wes der op betocht.

  8. Chris Rijff

    11 september 2016 op 15:33

    IEPEN MIENSKIP | Een voorbeeld

    De gemeente Leeuwarderadeel heeft jarenlang achterover geleund terwijl de stichting NFLS een zeer gedegen (bottum-up) plan ontwikkelden hoe van het voormalige Dockumer Lokaeltsje een marketinginstrument kon worden gemaakt om daarmee Friesland (internationaal) op de kaart te zetten. Op het moment dat de NFLS had laten zien wat er allemaal mogelijk was en hoe zoiets zou kunnen worden aangepakt, gingen Leeuwarderadeel en de provincie Fryslân er met de inspanningen van de stichting vandoor. Dat beschouwd men in bestuurlijk Friesland – om met een politiek containerbegrip te spreken – als de Iepen Mienskip. Een term die de lading in deze kwestie veel beter dekt is, “Oneerlijke overheidsconcurrentie in de recreatiesector”.
    Goede KH2018 promotie is voor Frielsand is kennelijk veel waard. Cdk Jorritsma sprak daar al over in zijn afscheidsspeeches. En de Iepen Mienskip? Die vaart, eh fietst, eh spoorfietst er wel bij natuurlijk.

  9. Vensters – Jeff Meulman

    27 december 2017 op 17:23

    […] openheid is al moeilijk genoeg, zo leert de praktijk. Kinderen echter hebben recht op vensters op de wereld. Het is onze gezamelijke verantwoordelijk om […]

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)