Tranen van God en Allah

Slide1qqqqqqqqq

Vandaag 10 jaar geleden zond ik een ingezonden stuk naar de Leeuwarder Courant, bestemd voor de opiniepagina. Het is de oudste tekst die ik in mijn computer kan terugvinden.  Het ging over de vrijheid van meningsuiting. Twee maanden daarvoor was Theo van Gogh vermoord. Nederland was nog steeds verdoofd. In de Infirmerie exposeerde Alfred H. Stucki met schilderijen die direct reageerden op de moord op Van Gogh. Centraal op de tentoonstelling hing een doek waarop Allah en God beiden huilend op een wolk waren afgebeeld. Hun tranen vielen op de aarde. Sommigen herkenden in die tranen de vorm van een vagina. K.U.T., zo heette de tentoonstelling. De letters stonden voor: Kunst Und Träne. 

Toen ik van de week de voorpagina van Charlie Hebdo zag met die huilende Mohammed, moest ik even terugdenken aan dit schilderij van Alfred Stucki. Tien jaar na dato lijkt er niet veel veranderd in de wereld. We zijn weer terug bij af. Het vrije woord staat onder druk. Cartoonisten voelen zich bedreigd. De tekst van mijn ingezonden stuk destijds geeft aardig de sfeer weer van die eerste tijd na de moord op Van Gogh.

Nog geen week na die moord maakte CDA-minister Donner bekend dat er onderzoek zou komen naar  de mogelijke verruiming van de strafbaarstelling voor belediging en godslastering. Alsof er een verzachtende omstandigheid bestond voor de moord die zojuist gepleegd was. Twee jaar later maakte diezelfde minister Donner het nog bonter door te beweren dat in Nederland de sharia zou worden ingevoerd als een twee-derde meerderheid van alle Nederlanders daarvoor zou zijn. Dat zou zelfs moeten gebeuren als daarmee andere gedragsregels zouden gaan gelden t.a.v. vrouwen en homo’s. Het waren wat je noemt ‘andere tijden’. Maar hoeveel anders eigenlijk?

Kort na de moord op Van Gogh was in Nederland sprake van een scheiding der geesten als het ging over de vrijheid van meningsuiting. Er waren mensen die zeiden dat Van Gogh te ver was gegaan in zijn uitlatingen en daarom zijn moord tot op zekere hoogte zelf had uitgelokt. Anderen waren vooral verbijsterd en voelden zich aangetast in hun eigen vrijheid. Ook was er in die dagen sprake van zelfcensuur in de media. Lang niet alles werd meer geplaatst.

Weer anderen – zoals ik – begonnen juist hun stem te laten horen. Vanaf januari 2005 werd ik zelf actief op internet, eerst op allerlei internetfora en een jaar later met een eigen weblog. Al dat geschrijf leverde – zeker in die begintijd – wel eens problemen op. Op mijn werk werden mijn mails gecheckt en mijn activiteiten op internet werden angstvallig gevolgd, zeker nadat de hoofdredacteur van de LC de sponsorrelatie met Keunstwurk verbrak als vergelding voor wat ik over die krant geschreven had.

Twee keer kreeg ik van het bestuur van Keunstwurk een schriftelijke waarschuwing. Bij een derde waarschuwing zou acuut ontslag volgen, maar zover is het nooit gekomen. Eind 2007 ging ik met vervroegd pensioen. Ik was de dans nog net ontsprongen. Schrijven op internet doe ik sindsdien nog elke dag. Onnodig te zeggen dat de redactie van de Leeuwarder Courant destijds weigerde om mijn stuk te plaatsen.

Dat artikel was ook een oproep om je stem uit te brengen bij een referendum dat ik had uitgeschreven. Het billboard met de tekst K.U.T., dat twee weken voor de tentoonstelling bij de Infirmerie was geplaatst, was op last van mijn directeur verwijderd. De mensen konden stemmen of het doek al of niet terug moest komen.

Ik had de toenmalige burgemeester van Leeuwarden, Geert Dales, gevraagd om de tentoonstelling te openen en de uitslag van het referendum bekend te maken. Hij zegde spontaan toe, maar bleek op het laatste moment verhinderd te zijn. De schlemiel. Later viel het me vaak op dat die man behept is met slappe knieën. De tekst van mijn ingezonden stuk is hieronder alsnog te lezen, tien jaar na dato.

Zie ook mijn blog van 10 november j.l.: Do you remember

Schermafbeelding 2015-01-14 om 15.35.57

Opening K.U.T.-tentoonstelling (foto Jacco de Boer)

***

ZEG JA TEGEN K.U.T.!

“Soms moet men ook kunstenaars tegen zichzelf beschermen”. Met die betuttelende woorden besloot Pieter de Groot zijn column van vorige week donderdag zijn betoog over het K.U.T, schilderij van Alfred Stucki. Het referendum, dat de kunstenaar heeft uitgeschreven, kan volgens De Groot bij voorbaat ongeldig worden verklaard. De argeloze voorbijganger zou immers geen boodschap hebben aan dit soort onnodige provocaties. Maar kunst die provoceert is broodnodig. Correcte kunst is er al genoeg en vaak volkomen overbodig.

In het Fries Museum ging gisteren weer de zoveelste tentoonstelling open van correcte internationale museumkunst. Een afbeelding van een vrouw, die over een reeks blauwe penissen springt, werd breeduit afgebeeld in alle landelijke kranten en zelfs op de voorpagina van de LC. Dezelfde krant die categorisch weigerde om een foto van het K.U.T.-billboard aan zijn lezers voor te schotelen. Het billboard van de gekloonde Robby Williams daarentegen, met een keurig weggeretoucheerd scrotum, geeft geen enkele aanstoot op de museumpui aan de Turfmarkt. Bij de opening van deze tentoonstelling Alias en Alibi sprak dominee Gremdaat gisteren over zijn ervaringen in dezelfde sauna waar de foto van Robby Williams is gemaakt. Hij had het over de ballen en billen van Robby Williams en zelfs over zijn ‘luul’, om het aanwezige publiek niet al te zeer te choqueren. Maar op den bewuste foto op de museumpui zijn de ballen noch de billen, laat staan de lul van Robbie te zien. Dit is immers correcte museumkunst, waar de LC geen enkele moeite mee heeft. Maar een kunstenaar van eigen bodem die het lef heeft om het brave publiek tegen de haren in te strijken wordt dor een gerespecteerde columnist van die krant grondig afgeserveerd.

Het zou deze columnist sieren de intentie van een kunstenaar serieus te nemen en niet bij voorbaat af te doen als een geintje. Het niet serieus nemen van integriteit van een kunstenaar kan tot desastreuze gevolgen leiden. Vijf jaar geleden schreef Kees ’t Hart over – wat hij noemde – ‘de rattenkunst’’ van Ronald Ophuis toen deze kunstenaar het had gewaagd om een verkrachtingsscène van bewoners van het concentratiekamp Birkenau te schilderen. Kees ’t Hart nam de integriteit van de schilder niet serieus. Twee dagen later werd het schilderij vernietigd. Deze week schreef de dichter Eeltsje Hettinga op zijn eigen site Erosmos: “Gaat u zondag toch alstublieft naar het Leeuwarder drama, ofwel: Stucki’s kleuterkwartier, met Van Gogh als Hoer en een tentoonstellingsorganisatie als K.U.T.- pooier. De media-Blizkrieg is niet anders dan die van de propagandamachine van de cultuurindustrie. Daarbij bestaat doorgaans maar één slachtoffer: De Kunst zelf.”

Ook hier weer woorden die akelig dicht in de buurt komt van het vocabulaire van de bestrijders van de Entartete kunst uit de jaren dertig en veertig. De kunst zit inderdaad in de verdomhoek, of het nu 1940 is of vandaag. Maar het gaat nu, anno 2005 primair om de vrijheid van de kunst en niet om zijn al dan niet ontaarde inhoud. Degenen, die in feite voor die bedreigde vrijheid van de kunst op de barricaden zouden moeten springen, heulen soms jammerlijk mee in een wonderlijk koor van wel zeer uiteenlopende opinieleiders, die elkaar na 2 november j.l in dit land opeens gevonden hebben. Een koor van christendemocratische fatsoensrakkers, hypercorrecte salonsocialisten en radicale imams. En altijd weer is het seks dat het kind van de rekening is.

Schermafbeelding 2015-01-14 om 14.13.33

Advertentie voorpagina Leeuwarder Courant,  januari 2005

Alfred Stucki is een van de weinige Friese kunstenaars, misschien wel de enige, die de openlijke confrontatie aangaat met de brave opvattingen van het grote publiek. Hij durft thema’s als biseksualiteit, incest, masturbatie en dierenseks aan de orde te stellen ondanks het geblaat van radicale imams, dat ongemerkt de fatsoensnormen in dit land aanscherpt en de vrijheid van meningsuiting beknot. Zijn audio-alter-ego Susan is te beluisteren op zijn tapes met live 06-bellers. In een tijd dat de slogan ‘’Fatsoen moet je doen”’ zelfs in linkse kringen bijval gaat vinden, maak Stucki op het oog hoogst onfatsoenlijke kunst. Maar het gaat hier om meer dan alleen een publiciteitsstunt. Stucki daagt het publiek uit, omdat de tijdgeest daarom vraagt. Vertrutting en conformisme grijpen overal om zich heen, zelfs – of misschien juist vooral – in Friesland. Deze doorgaans zo brave regio waar iets van de sfeer van de jaren vijftig nog altijd voelbaar is, loopt met deze trend nu opeens voorop.

Met instemming verwijst Pieter de Groot naar Slachte-organisator Peter Karstkarel die Alfred Stucki er vorig jaar op wees dat zijn stoet van wandelaars niet zat te wachten op een masturbatietafereel met dierenseks. Ontregelen mag, maar wel binnen de perken van het fatsoen, zo moeten Peter vorig jaar en Pieter vorige week hebben gedacht. Maar hoe zouden ze beiden hebben gereageerd als de Marokkaans- Nederlandse kunstenaar Rachid Ben Ali zich langs het Slachte-parcours verkleed had als een uit zijn mond poepende Imam. Dergelijke taferelen zijn momenteel te zien in het Cobra Museum en weldra wellicht in Buro Leeuwarden van het Fries Museum. Op dat moment is het vast en zeker weer correcte kunst geworden, keurig opgenomen in de alom geaccepteerde canon van curatoren en critici.

Rachid Ben Ali moest deze week onderduiken, want de vrijheid van de kunst is in dit land opeens geen vanzelfsprekend gegeven meer. De kunst die u hier vandaag ziet is incorrecte kunst in zijn meest rauwe vorm. Gelukkig voelt Stucki zich nog niet genoodzaakt om onder te duiken, al doen Pieter de Groot en Eeltsje Hettinga er kennelijk alles aan om het zover te laten komen. U hoort mij niet zeggen dat Stucki een begenadigd schilder is, zoals Rachid Ben Ali een begenadigd tekenaar is. Ik zou niet graag een formele analyse op de schilderijen van Stucki willen loslaten. Maar ik vind hem wel een uiterst boeiend kunstenaar, niet om zijn vermeende deviante of shockerende gedrag, maar om zijn uiterst gevoelige antenne voor de tijdgeest en zijn vermogen om boeren burgers en buitenlui – en zelfs een brave LC-columnist en een gefrustreerde Friese dichter – wakker te schudden uit hun eeuwigdurende provinciale winterslaap.

stucki0001-211x300

Stucki laat zich zelf fotograferen als een Heilige Drie-eenheid, dat wil zeggen als een reviaanse God de vader met jongen en hond aan zijn zijde, in een streng geometrische driehoekige compositie die aan de beeldtaal van Da Vinci en Raphael herinnert. De goddelijke schoonheid van de Renaissance wordt hier vertaald naar een stuckiaans beeld van huiselijke intimiteit. Op een ander werk zitten Allah en God beiden op een wolk, waaruit tranen vallen. Tranen die ook kutten kunnen zijn, zeker gezien de roze regen van vagina’s die het tranendal onder hen lijkt te vullen. Het is maar hoe je het wilt zien. Kunst en tranen of een platte K.U.T. Bewustzijn – zo beweert Stucki – doet pijn en kunst wordt uit tranen geboren. De ‘Kunst und Träne – schilderijen’ ontstonden naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh op 2 november j.l, dezelfde aanleiding die ook Rachid Ben Ali heeft geïnspireerd. Van Gogh wordt door Stucki geenszins als hoer gebruikt, maar Stucki wijst met zijn kunst op de schok die het bewustzijn in Nederland in één klap heeft veranderd. Een bewustzijn dat voortaan pijn doet. Daar help geen lieve moeder aan, of we nu willen of niet.

Twee jaar geleden zou Alfred Stucki als lid van het kunstenaarscollectief Fryxos deelnemen aan de provinciale verkiezingen. Dit kunstproject, dat als reactie was bedoeld op de verkiezingshysterie van 2002 en de daarop volgende moord op Pim Fortuyn, heeft helaas geen doorgang mogen vinden. Vandaag hangen twee schilderijen op deze tentoonstelling, die nauw aan elkaar verwant zijn, de een is gewijd aan Pim Fortuyn, de ander aan Theo van Gogh. De teloorgang van het vrije woord wordt gevolgd door de teloorgang van de vrijheid in de kunst. – zo lijkt Stucki te beweren. Kunst moet de tijdgeest aanvallen en niet bevestigen. Die aanvallen moet niet alleen tussen de veilige muren van het museum plaatsvinden, maar ook – en vooral – op straat. Kunst is nooit overbodige provocatie, maar altijd per definitie broodnodige provocatie. En de kunst van Stucki is broodnodig.

Als u het mij vraagt. Het K.U.T schilderij moet hangen. Stem JA. Stem op Stucki. Stem op het vrije woord!

Zie ook: Persbericht, Referendum Leeuwarden K.U.T. – schilderij

4 Reacties »

  1. Sara B.

    15 januari 2015 op 11:09

    Gemeenschapskunst is oervervelend. Eigenlijk kan je het geen kunst noemen, het is geen kunst.
    Gemeenschapscultuur kan alleen opgeblazen worden met heel veel subsidie, want anders blijft het als een slappe zak op de grond liggen.

  2. Aafke vdZ

    15 januari 2015 op 12:19

    Gemeenschapcultuur maak je door naast ieder dorpshuis een subsidietrechter te plaatsen naar het ontwerp van Rein Hofstra.

  3. Huub Mous

    15 januari 2015 op 13:23

    Zo’n trechter heeft een groot gat van boven en een klein beneden.
    Dat heet: ‘Iepen mienskip!’

  4. Visser

    15 januari 2015 op 19:03

    LC 8-1-2015:
    Project Lanskip. Wonen en werken in een omgekeerde boerderij.
    Een vervallen stelpboerderij bij een natuurgebied onder Workum wordt gesloopt en verder op komt een blikvanger in de vorm van een omgekeerde boerderij. Want dat wil regisseur Pieter Stellingwerf.
    De omgekeerde boerderij lijkt op een schip.
    “Het is een landschapsstatement op een plek die verandering markeert en die laat zien dat het platteland veel mogelijkheden biedt. Het is een plek om te praten en te werken in het Friese landschap. Het project moet een inspiratiebron zijn. Er zal over worden gesproken , afkeurend of prijzend.”
    Stellingwerf hoopt dat het project deels kan aansluiten bij Culturele Hoofdstad 2018.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)