De terugkeer van het Alziend Oog

De gedachte dat God alles zou zien heeft voor veel mensen het leven niet leuker gemaakt. ‘God ziet alles, dus handjes boven de dekens.’ Zo werd vroeger bij menig kind het Alziend Oog van God als een boze Big Brother opgevoerd om de prille masturbatieneigingen van de ontluikende puber te beteugelen, om nog maar te zwijgen over alle nog veel grotere zonden die de duivel op het oorkussen van de ledigheid de ongerepte kinderziel kon influisteren.

Dat idee van een ‘Alziend Oog’ hing vaak nauw samen met een notie van ‘alles is al beschikt’. ‘Er is niets nieuws onder de zon’, zoals Prediker zei. Dit is een smorend godsbeeld, waar menig christen van protestantse huize nog altijd mee behept is. Dit ‘Alziend Oog’ hoort bij de ‘God der Wrake’ die de mensen tot het bedrijven van de zonde predestineert. Om ze vervolgens voor deze zonde voor eeuwig te verdoemen. Dat ‘Alziend Oog’ van God is bij menigeen – na het afscheid van de religie – overgeplant in een fatalistisch idee over hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Een nieuwe versie van het Alziend Oog duikt dan opnieuw op in de donkere spelonken van het materialistisch rationalisme. De natuurwetten nemen dan de rol van het Alziend Oog over.

Alles is te herleiden tot wat in de hersenen gebeurt. Het zijn de botsingen van de atomen, de stroomstootjes in de hersenen, de kettingreactie van miljarden botsende minuscule biljartballen of interfererende golfbewegingen. Het Alziend Oog is dan de de gigantische databank van de natuur, de kosmische zee van informatie, waarin de mens slechts een voorbijgaande rimpeling is. De wetenschap wordt zo de nieuwe hofleverancier voor het idee van Alziend Oog. Of zoals T.E. Hulme het ooit heeft geformuleerd.

‘Voor mij is wetenschap geen massa onsamenhangende informatie. Maar de zekerheid dat er in het universum geen verandering, geen beweging van een atoom en geen gewaarwording van een bewustzijn is die niet in absolute overeenstemming met de natuurwetten verschijnt en verdwijnt; de zekerheid dat niets kan bestaan buiten het gigantische mechanisme van oorzaken en gevolgen; noodzakelijkheid zet de emoties in mijn geest in beweging. ‘

Ik heb gelukkig al vrij snel afstand kunnen nemen van een benauwend godsbeeld. Ik ben ook nooit van de weeromstuit vervallen in een geloof in een alles verklarend model dat de wetenschap te bieden heeft. Het Alziende Oog van God – in welke gedaante dan ook – bestaat voor mij niet. Het heeft voor mij ook nooit bestaan. God is voor mij geen Big Brother die alles ziet, maar ook niet de verzameling van alle natuurwetten die al mijn doen en laten, denken en voelen bepaalt en predestineert.

Ik ben er van overtuigd, dat – als er zoiets als een God bestaat – deze God geen statisch begrip is, geen verzameling natuurwetten, geen Big Brother. God moet iets zijn dat de wereld regeert, maar zonder een Alziend Oog. God dobbelt niet, maar Hij kan ook niet alles zien. Ik kan me nog het meest vinden in een definitie die Gerard Reve ooit van God heeft gegeven: ‘God is het diepst verborgene, meest weerloze, allerwezenlijkste en onvergankelijkste in onszelf.’

Maar de alziende God mag in deze seculiere tijd dan voor velen zijn verdwenen, er is een nieuw Alziend Oog voor in de plaats gekomen. Gisteren werd bekend dat 600 schrijvers over de hele wereld, waaronder Nederland, zich in een brief hebben uitgesproken tegen het afluisteren van burgers door inlichtingendiensten. Deze schrijvers waarschuwen dat inlichtingendiensten de democratie ondermijnen. Hun brief is gepubliceerd in dertig kranten, waaronder The Guardian, Le Monde, de Frankfurter Allgemeiner en El País. Afgelopen zomer bracht klokkenluider Edward Snowden aan het licht dat wereldwijd inlichtingendiensten mensen afluisteren, onder wie wereldleiders. Ook in Nederland werd op grote schaal afgeluisterd. Er is niest wat het Alziend oog niet ziet.

Alle telecomdata worden in Nederland een jaar bewaard, zo heeft heeft de Tweede Kamer in 2008 besloten. Dat betekent dat e-mails, surfbewegingen, sms-berichten en gegevens over telefoongesprekken voortaan een jaar lang ter beschikking staan van de overheid. De angst voor het terrorisme heeft het ook in Nederland gewonnen van de zorg voor de privacy. Het valt me steeds weer op hoe weinig weerstand dit soort ontwikkelingen oproepen. We vinden het heel gewoon dat de overheid alles van ons weet. Wie niets te verbergen heeft, hoeft zich ook nergens druk over te maken, zo luidt de redenering. Het zijn alleen de enkelingen, die iets in hun schild voeren, die hier last van hebben.

Ik betwijfel echter of dit wel waar is. We zijn hard op weg naar een Big Brother samenleving. Camera’s in het publieke domein zijn al heel normaal geworden. Niemand die zich daar nog over opwindt. Databestanden kunnen heel makkelijk gekoppeld worden, zodat je hele hebben en houden voor Jan en alleman toegankelijk is. De digitalisering van de communicatie heeft een enorme transparantie teweeg gebracht. Er is weinig dat nog verborgen blijft. Wie zich werkelijk aan dit soort ontwikkelingen wil onttrekken zal zich als een wereldvreemde Walter de Rochebrune in een tuinhuisje moeten verschansen, zonder computer en telefoon. De techniek is stilaan de vijand van de mens aan het worden. Maar het vreedzaam verzet van Henri David Thoreau en Frederik van Eden bestaat niet meer. We beleven de tijd van de Unabomber die zich schuil hield in een houten hut diep in de bossen. Het is de van de paranoïde angsten. Vluchten kan niet meer. Big Brother ziet alles, weet alles en onthoudt alles.

Hoe gaan mensen zich op den duur gedragen als je weet dat je overal bespied wordt? Wat betekent dit voor het normale vertrouwen dat je mensen stelt? Vertrouwen is niet meer dat  je geeft of ontvangt, maar dat je veilig wordt gesteld door de digitale methodieken van beveiliging. Vertrouwen is er alleen als het gecheckt kan worden. Uiteindelijk betekent dit dat het normale vertrouwen dat mensen altijd in hun omgeving hebben gesteld gaat verdwijnen. Je gelooft niemand meer op zijn woord. Je gelooft het pas als zijn gedrag is na te checken als dat nodig is. We beleven de overgang van een discipline-maatschappij naar een controle maatschappij.  Dat creëert angstige en volgzame mensen en brengt een verlies aan geborgenheid en verantwoordelijkheid met zich mee. De publieke sfeer is aan het verworden tot een tot object van ultieme veiligheidszorg. Hoe kun je je nog verzetten tegen een maatschappelijk systeem dat als een alziend panopticum zijn burgers in altijddurende bewaring heeft gesteld?

Deze ontwikkelingen voltrekken zich geruisloos, stapje voor stapje. Als de maatregelen in één keer zouden worden doorgevoerd, zou er een massaal verzet volgen. Maar het is telkens een klein beetje pricacy dat moet worden ingeleverd. Bange mensen hebben daar geen enkel bezwaar tegen. Ze vinden het wel prettig, als er voortdurend op hun gelet wordt. Ze zouden immers toch nooit hun mond opendoen, als er iets gebeurt wat hen niet zint. Laat een ander maar op de blaren zitten, dat wil zeggen: de mensen met een grote mond, de klokkenluiders, de onruststokers, degenen die Big Brother bij voorbaat niet willen vertrouwen. Fenomenen als verburgerlijking en vertrutting grijpen om zich heen, naarmate de controle-maatschappij verder oprukt. Dissidente geluiden worden dan bij voorbaat verdacht. De zondebok gaat deel uit maken van een alomtegenwoordig systeem van bespieden dat ongemerkt overgaat in intimidatie. Iedereen gaat in de pas open. Big Brother is watching you. Straks vraagt hij nog of je wilt gaan marcheren.

Bij veel bedrijven en instellingen kunnen  tegenwoordig uitgaande e-mails van werknemers door de directeur worden gecheckt, terwijl hierover geen enkele afspraken zijn gemaakt. Een e-mailprotocol is het minste wat een bedrijf of instelling moet hebben, alvorens werknemers van hogerhand digitaal worden bespied in hun doen en laten. Toen ik zelf nog werkzaam was bij een instellig heb meerdere keren ondervonden dat mijn gedrag op internet door mijn werkgever werd bespioneerd, zonder dat hierover openlijk werd gesproken, noch vooraf noch achteraf.  Dat is een vorm van illegale machtsuitoefening, Big Brother rukt op, ook in alledaagse werksituaties op kantoor.

Toch is ‘Big Brother’ wellicht niet de juiste metafoor om al deze benauwende ontwikkelingen aan te duiden. Het is immers geen dictatoriale macht die ons in zijn greep heeft gekregen, maar een reeks afspraken die we – al dan niet democratisch – gezamenlijk hebben genomen of weldra zullen gaan nemen. De zorg voor onze veiligheid wordt daarbij steeds meer uitbesteed aan de techniek. Die ontwikkeling maakt deel uit van een bredere tendens: de toenemende ‘outsourcing’ van individuele verantwoordelijkheid. In feite ligt daar het fatalistische besef aan ten grondslag dat de samenleving als geheel – in casu de burgers zelf – dit soort problemen niet meer kan oplossen. De verantwoordelijkheid voor veiligheid is geen taak meer van het individu, zelfs niet van degenen die daartoe zijn aangesteld. De techniek is die verantwoordelijkheid van ons geruisloos aan het het overnemen.

Dit stille proces van ‘outsourcing’ van verantwoordelijkheden hangt samen met een nieuw fenomeen dat ons in de greep heeft gekregen en dat de filosoof Slavoi Zizek heeft aangeduid als ‘interpassiviteit’. In tegenstelling tot de ‘interactiviteit’ van de nieuwe media wordt het individu – mede onder invloed van diezelfde interactieve media – steeds meer ‘interpassief’. Engagement, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en veiligheid worden in toenemende mate gedelegeerd aan de techniek van het systeem. Big Brother is niet onze vijandige grote broer, maar onze collectief ingehuurde, anonieme uitzendkracht die ons uit naam van het systeem voortdurend bespiedt. Deze groeiende interpassiviteit van de burgers gaat onvermijdelijk ten koste van de ‘civil courage’, de zo af en toe broodnodige burgerlijke ongehoorzaamheid, de impuls om het onrecht van het systeem als zodanig aan de kaak te stellen. We gaan dan ook een tijd tegemoet van toenemende burgerlijke volgzaamheid. Lafheid wordt de norm. Deze vorm van collectieve disciplinering door de techniek leidt niet tot een nieuw beschavingsoffensief, eerder tot het einde van de beschaving.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)