Fries Museum sjoemelt met cijfers

Bij de Estafette in Leeuwarden hoor je nog eens wat. Deze kringloopwinkel begint zo ondertussen de grootste leugenbank van Leeuwarden te worden. Pensionado’s uit de culturele sector, gesjeesde ambtenaren van het Provinciehuis en oud-conservatoren van het Fries Museum loop je op een onnozele vrijdagmiddag hier zomaar tegen het lijf. En voor je het weet sta je dan weer een half uur te lullen, of beter gezegd te roddelen. Gisteren sprak ik daar met een oud-conservator van het Fries Museum. Dat is op zich niet zo verwonderlijk, want er lopen tegenwoordig meer conservatoren buiten het museum rond dan binnen het museum. Deze op non-actief gestelde of ontslagen conservatoren lopen meestal met hun ziel onder hun arm. Maar deze was behoorlijk fleurig, want hij was al eerder de dans ontsprongen. Van ex-werknemers van culturele instellingen hoor je vaak nog het meeste nieuws. Tenminste,  als ze geen zwijgplicht hebben, want dat komt nog al eens voor tegenwoordig,

Laatst sprak ik bij de glasbak bij mij om de hoek iemand van Omrop Fryslân – nee ik noem geen naam – en die vertelde mij dat werknemers, die bij de Omrop met een afvloeiingsregeling op straat worden gezet, een contract moeten tekenen dat ze zullen zwijgen in de media. Ook bij het Princessehof en het Fries Museum gaat dat zo. Ik vraag me af of die gang van zaken juridisch wel helemaal koosjer is. Het zou een goede zaak voor de vakbonden zijn om dit soort praktijken eens bij de arbeidsrechter aan te kaarten. We leven hier in een land met vrije meningsuiting en dat houdt in dat je niet iemand onder bedreiging van financiële sancties een zwijgplicht mag opleggen.

In de tijd dat ik zelf in loondienst werkzaam was, heb nog al eens met het recht van vrije meningsuiting te maken gehad. Uitingen van mij in de media werden door bestuur en directie van de culturele instelling waar ik werkzaam was niet altijd gewaardeerd, om het zacht uit te drukken. Ze wisten eigenlijk niet goed wat ze met mij aanmoesten. Meerdere malen ben ik daarom op het matje geroepen en twee keer liep ik zelfs een officiële waarschuwing op. Drie officiële waarschuwingen betekent ontslag, zo heb ik later begrepen, maar dat werd er destijds nooit bij verteld. Dossiervorming noemen ze dat. Ontslag op termijn, zo kun je het ook noemen. Het is ze alleen nooit gelukt om mij op die manier eruit te werken, hoe graag men dat ook had gewild. (zie mijn blog: 2006). Maar dat was toen. Er is nu meer dan ooit behoefte aan civil courage en burgerlijke ongehoorzaamheid, niet alleen in Rusland, maar ook hier in Nederland.

Tegenwoordig is de ruimte voor vrije meningsuiting op de werkvloer aanzienlijk minder geworden. Als werknemer in tijden van bezuiniging en ontslag kijk je wel uit om naar buiten toe één woord teveel te zeggen. Van deze oud-conservator, die ik gisteren bij de Estafette ontmoette, hoorde ik dat het Fries Museum vroeger ook wel eens met een zwijgplicht werkte. Zo had van Wim Krimpen er een handje van om de bezoekerscijfers van het museum elk jaar veel te geflatteerd naar buiten te brengen. Er mocht geen daling in de grafiek zitten, alleen maar een stijgende lijn. ‘Ik laat me niet door die verdomde bezoekerscijfers de strop ombinden,’ zei hij dan. Hij presteerde het zelfs om in een stafvergadering dit luidop te zeggen en van alle aanwezigen te eisen dat daar buiten de deur over gezwegen werd als het graf. Deed je dat niet, dan zwaaide er wat. Zo’n handelswijze van een directeur kan natuurlijk helemaal niet.

In 2001 dreigde de gemeente Zwolle Ans van Berkum, de directeur van het Museum De Stadshof, juridisch aan te klagen, omdat zij voet bij stuk hield met haar verklaring dat de gemeente haar geadviseerd had ‘creatief om te gaan’ met de jaarlijkse bezoekerscijfers. Jarenlang was daarmee door het museum gefraudeerd door museumjaarkaarten meerdere keren per dag door de scanner te halen, zodat in vier jaar tijd 34.000 spookbezoekers in het museum werden geregistreerd. De directeur kreeg daarvoor op staande voet ontslag en de gemeente besloot het museum te sluiten..

Ik heb sterk de indruk dat dergelijke praktijken in het Fries Museum ook nu aan de orde zijn. Afgelopen zondag ben ik in het nieuwe gebouw nog eens gaan kijken. Je moet daar eerst op de parterre een kaartje kopen en dan op de eerste verdieping door zo’n elektronisch poortje heen, dat zo één op één kan tellen hoeveel bezoekers er dagelijks binnen komen, omdat je toegangskaartje eerst moet worden gescand. De garderobe is achter dat poortje. Als je echter helemaal boven bent en met de lift weer terug naar beneden gaat, kom je aan de andere kant van dit elektronische poortje uit, en moet je dus weer met je kaartje door de tourniquetje en het opnieuw laten scannen. Een suppoost kijkt nauwlettend toe of je dit ook inderdaad doet.

Ergo, mijn bezoek is dus dubbel geteld, alleen omdat ik mijn jas moest pakken en de lift terug had genomen. Ik ben daarna nog even gaan kijken of deze gang van zaken meer voorkomt. Volgens mij gebeurt het met grote regelmaat, ik schat minstens bij 1 op de 3 bezoekers. Van de 30.000 bezoekers die het Fries Museum in de eerste weken sinds de opening weken heeft getrokken, kun je er dus gevoegelijk 10.000 aftrekken, want die zijn twee keer door het elektronische poortje gegaan.

Ik weet niet of deze gang van zaken ook bij de medewerkers van het Fries Museum bekend is. Misschien heeft men wel voor een zwijgplicht moeten tekenen, net zoals de ontslagen conservatoren dat moesten doen. Musea worden tegenwoordig gerund als een commercieel bedrijf en daar horen wellicht ook dit soort dubieuze praktijken bij. In de raden van toezicht van de musea worden ook steeds meer mensen uit het bedrijfsleven aangesteld. Die kennen de kneepjes van het vak als het gaat om frauderen. Nog even en men gaat bonussen aan medewerkers uitdelen als perverse prikkels om de bezoekersaantallen omhoog te stuwen. Al met al is dit een zorgelijke ontwikkeling. Anna Tilroe verwoordde die zorg gisteren in de Volkskrant als volgt:

‘Musea worden steeds meer als bedrijven bestuurd, terwijl ze het publiek belang moeten dienen. Niet net zakelijk of privébelang. Het is zaak dat in de raden van toezicht mensen zitten die vanuit de kunst denken en de kunstontwikkeling centraal stellen.’

Ik heb het nog even nagekeken. In de huidige raad van toezicht van het Fries Museum is het bedrijfsleven zwaar oververtegenwoordigd. Voorzitter is de emeritus hoogleraar in de economie Rense Koopmans Hij is/was onder meer commissaris bij Arriva, de Siersgroep, TSS, de NOM en KIWA. Hij wordt geacht een van de invloedrijkste mensen van Friesland te zijn. De Leeuwarder Courant van  8 oktober 2011 meldde over hem: ’De hoofdtaak van Koopmans is het voorzitterschap van de raad van commissarissen van de sterkste bank van Nederland: Rabobank Nederland.’ Verder zitten in de raad van toezicht van het Fries Museum onder meer Hester Alberdingk Thijm. Zij is directeur van AkzoNobel Art Foundation, en de heer A.A. Olijslager commissaris bij o.a. Heijmans, Center Parcs en Avebe en voorzitter Raad van Bestuur van de Nederlandse Vereniging Participatiemaatschappijen en van SMO.

(Voor de volledige samenstelling van de raad van toezicht van het Fries Museum: zie hier)

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)