Identiteit en Kollumerstront

 ‘Het echte probleem van Kollum zit hem in het heersende politiek correcte denken en handelen van pers en beleidsmakers. Daardoor kan het ongenoegen over asielzoekers niet aan de orde komen, want dat wordt onmiddellijk afgedaan als discriminatie. Ook hier de feiten: 90 procent van de asielzoekers komt niet omdat ze op de vlucht zijn voor lijf en goed, maar uit economische motieven, waaronder ook criminele redenen. In de asielzoekerscentra is een levendige handel in door asielzoekers gestolen goederen. Dat heb ik met mijn eigen ogen en oren vastgesteld tijdens een werkbezoek. Er heeft handel in harddrugs plaats en mensensmokkel, dit alles is inmiddels vastgesteld door justitie en politie. Die feiten worden niet apart geregistreerd maar verdwijnen in algemene statistieken. De plaatselijke bevolking is echter niet gek, want hoort en ziet veel en is er soms het slachtoffer van. De verhalen doen hun ronde en worden naar hun aard aangedikt, maar de basis blijft feitelijk. En die feiten, daarover mag niet worden bericht door beleidsmakers, politie en justitie en niet te vergeten de onafhankelijke (!) pers. Daar krijg je dus op den duur stront van die zijn uitweg vindt in rellen als in Kollum. De schuldigen zijn echter niet de zogenoemde relschoppers, maar het beleid en de onafhankelijke pers. Premier Kok (PvdA) roept intussen op tot kalmte, is bezorgd en wil een adempauze, waartoe B en W inmiddels heel verstandig hebben besloten. Een gouden vent zo’n premier!’

Aldus Pim Fortuyn in zijn column ‘Kollumerstront’ die op 16 oktober 1999 verscheen in Elseviers Weekblad.  Nederland was in die tijd geschokt door de moord op Marianne Vaatstra, maar vooral ook door de mogelijkheid dat zij door een asielzoeker was vermoord. De keel van Marianne Vaatstra was immers doorgesneden en dat doet een Nederlander niet, laat staan een oprjochte Fries. De burgemeester van Dantumadeel werd bijna gemolesteerd toen hij in een sporthal tekst en uitleg wilde geven aan plaatselijke bevolking. Martijn de Koning wijdt in de Volkskrant van afgelopen zaterdag een groot artikel aan deze affaire, waarin hij beweert dat de zaak vooruitliep op de teloorgang van de multiculturele samenleving. Die crisis wordt doorgaans verbonden met de aanslagen van 11/9, de moord op Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh.

Ook het geruchtmakende artikel Het multiculturele drama van Paul Scheffer was nog niet verschenen, toen Marianne Vaatstra werd vermoord. Bovendien vond die moord plaats op het platteland in the middle of nowhere, waardoor het beeld van een ‘verstoord paradijs’ nog eens extra werd versterkt. Martijn de Koning verwijst in zijn artikel naar het boek van Peter Geschiere The Perils of Belonging (2009), waarin gesteld wordt dat autochtoniteit berust op een ideaal
 van zuiverheid. De zuivere Nederlander is degene die hier ‘het eerst’ was. Zwaagwesteinde werd dus na de 
moord ‘gepresenteerd als het paradijs waar iedereen 
elkaar nog kent, van echte Friezen, tot voor kort niet 
verstoord door allerlei zaken die de stad wel kent: 
criminaliteit, migratie, anonimiteit, enzovoorts.’ Men wilde het fictieve ideaalbeeld van ons land hoog houden, en dat ideaal werd bij uitstek gesymboliseerd 
door het dorpje Zwaagwesteinde en de mooie, 
blanke, donkerblonde Marianne Vaatstra.

Je zou kunnen zeggen dat de moord op Marianne Vaatstra – en het rumoer dat daarna ontstond – een breekpunt in de tijd is geweest. Daarna liep niet alleen een eeuw op zijn eind, zelfs een heel decennium, maar er verdween ook iets in de genen van van ons allemaal, in onze DNA. Het idee dat je ergens thuishoort verdween als sneeuw voor de zon. Identiteit werd een probleem in tijden van globalisering. En de moord op Marianne Vaatstra wierp een nieuw licht op de gevolgen van die globalisering, zelfs in een dorp als Zwaagwesteinde. In 1999 kreeg de kunstenaar Arnoud Holleman van de gemeente Dantumadeel de opdracht om een kunstwerk te maken voor het nieuwe gemeentehuis in Damwoude. Dit kunstwerk zou de identiteit van de gemeente in beeld moeten brengen. Als snel kwam de kunstenaar er achter dat de gemeente nauwelijks een eigen identiteit had. Drie weken nadat hij de opdracht kreeg werd Marianne Vaatstra vermoord.

Heel Nederland keek naar de beelden van de stille tocht in Zwaagwesteinde. Overal in het dorp hingen vlaggen halfstok, maar niet of nauwelijks in de andere dorpen van de gemeente zoals Veenwouden, Rinsumageest, Damwoude, Driesum, Dantumadeel, Broeksterwoude, Sijbrandahuis of De Valom. Dantumadeel is kennelijk een verzameling van dorpen, niet meer en niet minder. De gemeente had er ook nooit veel aan gedaan om het beeld van de gemeente als geheel te versterken. In het oude gemeentehuis lagen spullen die van een eigen cultureel erfgoed getuigen overal verspreid. Die oude spullen heeft Arnoud Holleman zorgvuldig bij elkaar geplaatst op bijzondere plekken in en om het nieuwe gemeentehuis. Zo is een verzameling van verzamelingen ontstaan. Niet alleen van hoge maar ook van lage cultuur. Oude prenten van het koninklijk paar, landkaarten van de gemeente, een prijzenkast met trofeeën, antieke bureaus, waterlandschappen, Makkumer aardewerk, plaatsnaamborden en nog veel meer. Zo werd een aanzet gegeven voor een nieuwe invulling van een eigen gemeentelijke identiteit. Maar er gebeurde in die tijd nog iets anders. Identiteit werd een nieuw toverwoord. Identiteit werd ons nieuwe DNA. Identiteit werd de keerzijde van Kollumerstront.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)