De vensterbank van Louis Le Roy

(foto: Peter Wouda)

‘Dit is niet te snappen, het is gewoon krankzinnig. Dit kan zo naar de Wereldtentoonstelling. Zoiets hebben ze nog nooit gezien.” Louis Le Roy uit Heerenveen was gisteren zichtbaar onder de indruk toen zijn immense schilderij in wording door een hoogwerker werd opgehangen aan spanten van ijsstadion Thialf in Heerenveen. Het immense dundoek, dat morgen tijdens het Mallemolenfeest te bezichtiging is, vormt nog maar een tiende deel van het eindproduct. Het was ook voor de maker de eerste keer dat hij de 25 panelen van elk drie vierkante meter als geheel zag. De uitbeelding van het schilderij is de vensterbank in de woonkamer van de kunstenaar.’

Aldus berichtte de Leeuwarder Courant op 17 april 1989. In 2008 schonk Le Roy dit gigantische kunstwerk aan het Fries Museum, nadat hij door de Provincie Friesland bekroond was met de Gerrit Benner-prijs. 16 van de 25 panelen waren toen te te zien in de grote hal van het Fries Museum. Het is de bedoeling dat het werk straks in het nieuwe museum op het Zaailand in zijn geheel geëxposeerd zal worden. Vorige jaar vroeg Le Roy mij of ik nog eens precies op wilde schrijven wat hem destijds voor ogen heeft gestaan bij het maken van dit werk.

***

In de voorkamer van het woonhuis van Louis Le Roy in Oranjewoud bevinden zich zeven ramen, vijf aan de voorzijde en aan de zijkanten ieder één. Op de vensterbank die langs al die ramen loopt een vensterbank met een totaal lengte van 5,2 meter. 80 % van deze vensterbank is bekleed met spiegelglas. Daarop staan zo’n 300 à 400 stukken gekleurd glaswerk, op elkaar en in elkaar gestapeld. Het glas is in vier lagen opgebouwd en staat dicht tegen elkaar aan. Het zijn flessen, glazen en kommen en daarnaast ook productieglaswerk. De spiegels zijn op de vensterbank gelegd om zo het licht van alle kanten op het glas te laten vallen.

Gedurende de hele dag valt het volle licht op het glaswerk, dat zo als het ware door een ‘koepel van licht’ wordt omsloten en het glas telkens weer een ander aanzien krijgt. Juist omdat het licht van alle kanten komt – zelfs van onderen – en de lichtstralen elkaar kruisen in het glas, ontstaat een uiterst complex geheel van visuele indrukken. Het aanzien van het geheel verandert ook als je langs de vensterbank loopt. Er is een verschil tussen het glas dat je in werkelijkheid ziet en het spiegelbeeld dat de spiegel weerkaatst. In het spiegelglas spiegelt het licht het glas stuk voor stuk, waardoor de zuivere kleur van het glas zichtbaar wordt. In werkelijkheid verdwijnen die kleuren soms doordat je sommige delen van het glas achter elkaar of door elkaar heen ziet, waardoor donkere partijen ontstaan die in het spiegelbeeld niet te zien zijn.

Wat Le Roy in de 25 panelen geschilderd heeft is nog maar een uitsnede van een enkel raam, namelijk het meest rechtse aan de voorzijde, van binnenuit gezien. Om dit te schilderen had hij zijn ezel in de kamer opgesteld, aan de andere kant van de kamer, dit om te voorkomen dat schildersezel bij de waarneming van het glas in de weg zou staan of de lichtwerking zou verstoren. Om zijn waarneming direct te schilderen moest hij dus iedere keer zo’n 11 meter op en neer lopen in de kamer. Hij schilderde in aquarel, omdat de kleuren van de aquarelverf het meest direct overeenkomen met de kleuren van het glas. Daarbij gebruikte hij aquarelpapier van zeer hoge kwaliteit (merk Sanders) dat speciaal voor dit werk in Duitsland werd besteld. De aquarellen hadden een maat van 153 cm bij 153 cm en werden achteraf ingelijst – zonder glas – in een aluminium profiel, zodanig dat de lijsten direct aan elkaar geschakeld konden worden.

De lichtwerking in het glas is zo complex dat het niet op een schaal van één op één te schilderen is. Daarom is de voorstelling drie maal vergroot. De lichtschitteringen die het zonlicht in het glas teweegbrengt zijn in de schildering weggelaten. Het ging ook niet om de vluchtige werking van het licht op een uniek moment, maar om een integrale reconstructie daarvan. In feite heeft de schilder de voorstelling opnieuw opgebouwd, eerst in zijn hoofd en daarna op papier. Bij het overbrengen op papier is niet gebruik gemaakt van een schets vooraf.

De contouren van het glaswerk zijn in één keer geschilderd, vanuit de vrije hand en zonder enige hulplijn met potlood, een perspectivisch raamwerk of een markeringspunt ter ondersteuning. Deze directe wijze van schilderen eiste een uiterste concentratie. Alles moest in een keer goed, want correctie was niet mogelijk. Elk waargenomen beeld moest in het hoofd worden opgeslagen en vervolgens drie maal worden uitvergroot en zo op papier worden gebracht. Op wonderbaarlijke wijze bleken de afzonderlijke voorstellingen op de panelen achteraf precies aan te sluiten op de belendende voorstellingen, niet alleen onder en boven, maar ook aan weerszijden.

Aanvankelijk was het de bedoeling van Le Roy om op deze wijze de totale vensterbank in beeld te brengen. Dan zou er een schildering zijn ontstaan van 600 vierkante meter. Na het voltooien van 25 panelen (75 vierkante meter) heeft hij hier vanaf gezien. Zijn doel om de hoge complexiteit, die door het licht in het glas gecreëerd wordt, in een kunstwerk weer te geven was immers bereikt. Dit kunstwerk is in feite een bouwwerk. Le Roy ziet zich zelf ook meer als een bouwer dan als een kunstenaar. Wat hij maakt moet een altijd bouwwerk zijn, en niet te veel ‘kunst’. In feite wilde hij met deze schildering aantonen dat er ook met glas gebouwd kan worden aan een hoog complexe structuur, zoals ook zijn ‘ecokathedrale werken’ hoog complexe structuren zijn. Dit soort werken zijn niet een afgerond resultaat van een uniek individu, maar een bouwwerk dat door een fusie van natuur en cultuur tot stand komt in een proces van wording in de tijd.

Zie ook: Stichting Tijd

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)