Telefoon uit Friesland

De familie Brandsma rond 1890 (geheel links Anno Sjoerd, later Titus genoemd)

De familie Mous, rond 1920 (staand in het midden: Durk Manus, mijn vader)

Naarmate ik ouder word, begin ik steeds meer in het verleden te leven. Eigenlijk vind ik de wereld van nu nogal saai en die van vroeger steeds spannender worden. Dat is een kwalijke zaak natuurlijk, maar het is ook maar hoe je het bekijkt. Neem nou de tijd van voor de oorlog. Ik heb die periode niet meegemaakt en ken die tijd eigenlijk alleen uit de verhalen van mijn ouders en wat ik er sindsdien over gelezen heb.. Toch word ik telkens weer overvallen naar een vreemd soort heimwee naar die tijd. Hoe meer ik me erin verdiep, hoe meer ik het gevoel krijg dat ik zelf heb rondgelopen in de wereld van toen. Zo gek is dat nu ook weer niet, want de jaren vijftig, waarin ik als kind ben opgegroeid, hadden nog veel met de jaren dertig gemeen, zeker in het katholieke milieu waarin ik ben grootgebracht.

Mijn vader werd geboren in de negentiende eeuw. Hij was drie en dertig toen de jaren dertig begonnen. Hij trouwde in 1933 met mijn moeder in een rooms-katholieke kerk in Den Haag, de stad waar mijn moeder altijd naar terug verlangde, hoewel zij zelf uit Arnhem kwam. Hun eerste huwelijksjaren moeten heel gelukkig zijn geweest. En dat midden in de crisis, midden in de werkloosheid en het opkomend fascisme en nationaalsocialisme elders in Europa. Ik heb ze er nooit over gehoord. Ze leefden kennelijk met hun voeten op aarde en hun hoofd in de wolken. Die tijd vormde ook het sluitstuk van de katholieke emancipatie. Het rooms-katholicisme kreeg iets triomfalistisch. De strijd was gestreden, de vlag kon uit. Dat trotse roomse gevoel is vandaag is vandaag moeilijk meer voor te stellen. En toch kan ik het heel precies navoelen als ik me in die periode verdiep.  Misschien heb het allemaal wèl degelijk zelf beleefd, voor de helft diep verscholen in de schoot van mijn moeder en voor de andere helft nog rondzwemmend in de kloten van mijn vader.

De laatste weken ben ik me aan het verdiepen in het leven van Titus Brandsma. Ik ben al aan de derde biografie toe die er over hem is geschreven. Mijn fascinatie voor zijn persoon wordt in belangrijke mate bepaald door de twee werelden die in hem samenkomen: de katholieke en de Friese emancipatie, het noorden en het zuiden. Steeds meer komt de tijd waarin hij leefde mij vertrouwd voor. In de jaren dertig behoorde Titus Brandsma tot de roomse kopstukken van dit land. Hij werd geboren aan het eind van de negentiende eeuw. Zestien eerder dan mijn vader, maar zij beleefden hun jeugd in dezelfde streek. Titus in Bolsward, mijn vader in Bakhuizen. Als ik hun vroegste familiefoto’s vergelijk, dan is er niet veel verschil. De achtergrond van de foto’s toont een idyllisch landschap. Nee, niet Friesland. Het is een soort onbestemd Arcadië aan de ander kant van de wereld. Misschien zijn deze twee foto’s wel bij dezelfde fotograaf in Bolsward genomen.

In het begin van de vorige eeuw kwam mijn vader veel in Bolsward. Hij volgde daar de ambachtsschool voordat hij naar het zuiden vertrok. Titus Brandsma vertrok ook naar Brabant, om priester te worden. Mijn vader vertrok naar Limburg, omdat er voor hem als timmerman hier in Friesland te weinig werk was. Van de week was ik even in het Titus Brandsma-Museum in Bolsward.  Als je daar op een rode knop drukt aan de muur, dan hoor je Titus Brandsma spreken in het Fries. Het is een opname uit de jaren dertig voor de microfoon van de KRO. Een strenge, krachtige stem, die je eigenlijk niet verwacht bij de frêle gestalte zoals die van foto’s bekend is. Maar het is ook een wat zangerig Fries, een accent dat ik nog van mijn vader ken. Die sprak niet zo vaak Fries. Eigenlijk alleen als hij in Friesland was, of als er gebeld werd door zijn familie. ‘Telefoon uit Friesland’ betekende bij ons thuis, dat je mijn vader hoorde spreken in zijn eigen memmetaal. Een taal uit een andere wereld. Uit een andere tijd ook, de tijd van voor de oorlog die voor mij iets geheimzinnigs heeft. Als een verte die tegelijk nabij is.

1 Reactie »

  1. Huub Mous

    3 mei 2016 op 16:02

    Dat is prima.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)